Beim PG habe ich einen interessanten Vortrag gehört, in dem die Anregung gegeben wurde, auch mit Niveau A1 schon zu versuchen, abstrakte Dinge in einfachen Worten darzustellen. Das hier ist mein erster Versuch 🙂
Als je iets kopen wil, maar geen geld hebt, kan je geld van de bank krijgen. Later moet je het geld aan de bank terugbetalen en dan krijgt de bank een beetje meer van jij jou. Hoe heet dit geld op in het Nederlands? (rente)
Voor sommige arbeid werk krigjt* je geld, maar je kan ook werken zonder geld te krijgen. Sommige mensen helpen bijvoorbeeld in het ziekenhuis waar ze met de zieken spreken. Men (oder je) kan ook kinderen of dieren helpen. Men (je) maakt het want men (je) gelooft dat het goed voor de mensen of dieren is en hen helpt. (vrijwilligerswerk)
Als je geld op de straat vind of als jouw docter zegt dat je heel gezond bent, heb je dat wat we zoeken 🙂 (het geluk)