Niederländischer Text #32: nog een brief

Liefsde tante Anna,

bedankt voor jouw brief! Hoe gaat het met jou nu dat je weer terug bent van (uit?) je vakantie. Het spijt me vreselijk dat het weer zo slecht was, maar ik hoop dat je nu veel plezier in je tuin zal hebben. Zijn de kersen eigenlijk al rijp? Heb je geplant iets speciaals te grooien voor (de?) volgende lente? Deze week ben ik ook al ermee begonnen planten voor het volgende jaar te zaaien. Als je weet kan ik hier op het dorp niet alle planten kopen die ik voor mijn betoveringen nodig heb, en soms kijken de mensen me zo merkwaardig aan als ik aan hun vraag of ze wolfkeers of Mandragora (?) hebben.

De laatste tijd zijn hier veel opwindende dingen gebeurt! Als je weet heb ik toch geprobeerd om met de andere heksen op de Blocksberg te dansen, hoewel ik er eigenlijk nog veel te jong voor ben. Natuurlijk hebben ze me betrapt en Rumpumpel heeft veel lawaai gemaakt totdat de baasheks gedecideerd heeft dat ik misschien het volgende jaar mag meedoen als ik tot dan een goede heks zou zijn. Nu lees ik elke dag niet alleen tien, maar vijftien pagina’s in mijn heksenboek. Soms is dat gans saai, maar dan ga ik even naar buiten en klets een beetje met de raaf Abraxas, die vaak ergens ron mijn huis in de bomen zit. Hij is een goede vriend geworden!

Onlangs had hij mijn hulp nodig of beter gezegd één van zijn neefen (neffen?). Als je weet hebben de raven eerst recentelijk hun eieren gelegd (?), maar nu probeerden drie kwaade jongens de eieren te stelen. De hele kolonie was in opstand als ik er gearriveerd ben en ze probeerden de jongen met stenen te (gooien?…?), maar dat hulp niet. Daarom toverde ik een starke wind – zo stark dat de bomen zich bogen en de bladderen waaiden. Voor de raven was dat natuurlijk geen probleem, maar de jongen konden zich niet op de bomen houden en liepen weg. Goed zo! Nu heb ik een spreuk uitgesproken die alltijd zo’n wind veroorzakt als een mens probeerd om op de bomen te klimmen. Ik moet zeggen dat dit de vriendschap tussen Abraxas en mij nog een beetje verdiept heeft.

Thomas en Annika, twee kinderen uit het dorp, hebben me tot een Schietsfestival uitgenonigd. Waarschijnlijk kan je je denken dat ik heel verbaasd was toen ik uitvond dat de kinderen bedroefd waren als ik er arriveerde. Ze legden uit dat ze treurig waren omdat hun vader, de waard hier in (op?) het dorp, hun liefelingsos als prijs had gestichtt (?) voor degene die het best doet. De winner zou dan de os laten rosteeren en natuurlijk wilden de kinderen niet dat hun vriend zou worden gegeten. In dit geval heb ik getoverd dat niemand het doelwit kon raken (?). Dat was zo grappig! Alle konden niet geloven hoe slecht ze meteen waren! Aan het einde heb ik Thomas gezegd dat hij zou schieten en toen hij het doel aansturde, heb ik getoverd dat hij het zou aanraken. Nu behoort de os Thomas en de kinderen zijn tenminste zo blij als de os zelf…

Kort daarna kwamen ze op een vrijdag op bezoek. Als je weet mogen wij heksen op vrijdag niet toveren, maar nadat we een beetje gekletsd hadden was het zo saai dat ik ermee begon dingen in mijn huis te betoveren. Ik liet (?) de oven een liedje zingen en de theekoppen daartoe (?) dansen. We hebben veel plezier gehad, maar toen ik door de schoorsteen naar boven keek zag ik nog een bezemsteel verdwijnen. Ik vrees dat dat Rumpumpel was en nu hoop ik natuurlijk dat ze het niet aan de baasheks zou vertellen. Ik durf me niet voor te stellen hoe erg ik dan in de puree zou zitten…

Goed dan, ik moet nu nog een beetje lezen en leren. Heb jij misschien een idee waarom alle mijn regenspreuken niet werken? Ik kan alleen maar melk en wasknijperen laten regenen, maar geen gewoonlijke regen. Abraxas zegt dat dat iets ermee te doen heeft dat ik me niet genoeg kan concentreren.

Tot volgende keer en doe de groeten aan je uil Mathilda,

de kleine heks

Diese Seite verwendet Cookies, um die Nutzerfreundlichkeit zu verbessern. Mit der weiteren Verwendung stimmst du dem zu.

Datenschutzerklärung